Samenleving van de Vikingen

Net zoals alle andere samenlevingen bestaat de samenleving van de Vikingen ook uit een eigen cultuur, met zijn eigen standen, normen, waarden, gebruiken en tradities. Hieronder staan de verschillende standen die de Vikingen hadden. Daarnaast hebben we het over beroepen, het ‘Thing’, trouwen, skalds en magie. Als je meer wilt weten over de samenleving van de Vikingen, naast de zaken die wij in deze syllabus bespreken, zou je zelf meer op kunnen zoeken op internet en/of in boeken.


Standen in de samenleving 

In de samenleving van de Vikingen waren er vier standen, je had de thralls, karls, jarls en koningen. Deze standen verhielden zich niet zo simpel tot elkaar en binnen de standen konden er veel verschillen bestaan. De klasse van iemand stond niet vast, je kon van karl (vrij man) naar thrall (slaaf) gaan en weer terug naar karl, of zelfs uiteindelijk naar jarl. Het veranderen van stand was dus niet zo vreemd. 

De thralls
Thralls waren slaven die onderaan de samenleving stonden. Zij deden de meeste rotklusjes, en eigenlijk konden veel boerderijen niet eens draaien zonder een thrall. Er waren twee soorten thralls:  Je had slaven die waren buitgemaakt in een oorlog (uit het buitenland of uit een dichtbij gelegen vijandige gemeenschap, de Vikingen voerden onderling namelijk ook behoorlijk wat oorlogen uit). Ook had je bondsmen. Wanneer een vrije Viking, uit welke klasse dan ook, zijn schuld aan een ander niet kon betalen, werd hij een bondsman van die ander, en moest hij voor de ander werken totdat zijn schuld was afbetaald. Op IJsland was het zelfs zo dat je voor áltijd een bondsman kon worden van een ander wanneer je iets van die ander had gestolen. Je was behoorlijk eerloos als je eenmaal een bondsman was of was geweest. Een thrall kon wel worden vrijgelaten, dan werd je vrij mens, maar de sociale status was nog steeds laag. Bovendien meenden de Vikingen dat de eer van een mens nooit meer helemaal hersteld kon worden als iemand ooit een slaaf was geweest. In sommige regio’s was het kind van een vrijgelaten slaaf ook vrij. In andere regio’s duurde het vier generaties voordat kinderen van een vrijgelaten slaaf echt vrij waren. Thralls mochten geen wapen dragen, en dat is eigenlijk ook waaraan je ze kan herkennen. Vrijwel iedere vrije burger, zowel man als vrouw, karl, jarl of koning, droeg een wapen zoals een mes (meestal een sax, een typisch Viking mes) als teken van hun vrijheid. Een thrall had dat niet. Thralls konden niets erven, ze mochten niet zelfstandig ondernemen, en wanneer ze oud waren of niet meer konden werken werden ze gewoonweg gedood. Ze werden ook vaak gedood wanneer hun meester stierf, om hun meester in het hiernamaals bij te staan. Maar toch hadden ze een paar rechten. Ze konden bezit opbouwen en uiteindelijk hun vrijheid kopen. Ze mochten trouwen en mochten ook wraak nemen wanneer iemand anders er met hun vrouw vandoor ging. Eigenlijk werden slaven over het algemeen gezien als mensen, maar wel mensen die laf waren, zwak, snel bang en dom.

De karls
De karls waren de vrije mannen en vrouwen met uiteenlopende beroepen: boer, handelaar, smid, of gewone mensen in de steden, enzovoorts. Binnen deze klasse (verreweg de grootste) bestonden grote verschillen in rijkdom. Boeren konden redelijk arm of juist heel rijk zijn, bijvoorbeeld wanneer ze veel land, vee en slaven hadden. Rijkdom werd niet gemeten aan de hand van geld of iets dergelijks, maar aan land, vee, slaven en wapens/wapenuitrusting. Een maliënkolder was soms wel zo duur als een hele boerderij, inclusief iedereen die er werkt. Een heel groot deel van de Vikingen leefde op een alleenstaande boerderij, dat op zichzelf al een klein dorpje vormde. Op de boerderij woonde een grote familie en hun slaven, en ook nog mensen (die wat armer waren en geen eigen land hadden) die daar werkten in ruil voor voedsel en een slaapplek. Ze waren vaak zelfvoorzienend en maakten alles zelf. Dat moest ook wel, de volgende boerderij stond misschien wel een paar kilometer verderop. De meeste boerderijen hadden ook een eigen smid, van binnen of buiten de familie. Een smid werd als erg belangrijk beschouwd binnen de maatschappij, hij was namelijk de enige die metalen werktuigen kon maken en die waren onmisbaar in het dagelijks leven. Een smid was daarom vaak ook redelijk rijk. Op de boerderij had hij meestal een eigen langhuis, naast die van de familie. De meeste smeden waren zowel hoefsmid, als edelsmid, als smid van werktuigen. Karls hadden veel rechten. Ze hadden vrijheid van meningsuiting, mochten wapens dragen, er waren wetten om hen te beschermen en te helpen en waarop ze beroep mochten doen, en ze mochten vrijuit spreken in het openbaar. Vrouwen hadden ook veel meer rechten dan gewoonlijk in die tijd. Ook zij mochten vrijuit spreken. Maar over het algemeen waren er weinig vrouwen die helemaal alleen en zelfstandig leefden. Meestal trouwden ze en zorgden ze voor de opvoeding van het gezin. Máár ze stonden wel gelijk aan mannen qua waardigheid en meestal hadden ze het binnen het huishouden voor het zeggen. En soms als het echt nodig was vochten vrouwen ook mee, maar het was wel meer uitzondering dan regel.

De jarls
De jarls waren de edellieden. Ze leefden in mooie, grote huizen en hun leven was verfijnd. Hun rijkdom werd gemeten aan de hand van hun goud, schepen, land en volgelingen. Met name volgelingen waren erg belangrijk. Een jarl kon bijvoorbeeld jarl worden, zolang hij maar genoeg volgelingen had. En een jarl kon alleen jarl blijven met steun van zijn volgelingen. Een krijgsheer kon een nieuwe jarl worden, maar meestal was de volgende jarl de zoon van de bestaande jarl. Wat belangrijk is, is dat bij de Vikingen de jarl niet werd gezien als speciaal of uitermate belangrijk. Ze werden beschouwd als erg eerzame en goede mensen (hoe hoger je klasse, hoe hoger je eer), en moesten ook zo handelen. De jarl had de taak om te zorgen voor veiligheid en welvaart in zijn gebied en ook voor de eer van zijn bevolking. Soms hield een jarl een groot feestmaal met veel bier, mede en vlees. Daarmee liet hij zien hoeveel macht hij had en hield hij de bevolking tevreden. Vaak werd een feestmaal gehouden voor of na een overwinning of op een andere speciale dag.

De koningen
Een koning stond boven de jarl en kon de leiding hebben over meerdere ‘jarldommen’. Ook voor koningen gold dat ze opgevolgd konden worden door erfenis of doordat iemand anders met meer volgelingen of meer militair gezag het overnam. Het zijn van een koning was een zware taak, je moest een man zijn die je in sagen zou kunnen tegenkomen, sterk en dapper, een goede strijder, goed met zijn handen, gehard, een goede spreker voor publiek, en hij moest zijn mannen kunnen inspireren. Hij moest zijn volk voedsel en drinken geven, maar ook kleding, wapens en gunsten.  

Bedelaars en zwervers
Als laatste heb je nog de bedelaars en de zwervers. Hoewel ze vrije mensen waren, werden ze vaak beschouwd en behandeld als nog lager dan slaven. Ze behoren dan ook eigenlijk niet echt tot de thralls en de karls. Een IJslands wetboek zegt bijvoorbeeld dat arme mensen niet mogen trouwen en dat iedereen mag stelen van een arme zonder straf. Er bestonden ook vogelvrij verklaarde mensen (“outlaws”), die je mocht doden zonder straf, en die eigenlijk werden beschouwd als niet menselijk.

Welke beroepen hadden ze?

De Vikingen hadden allerlei soorten beroepen, net zoals elke andere samenleving. Zo deden ze aan verschillende handwerken, zoals bot bewerken, metaal smeden, bogen maken, hout bewerken, rietvlechten, schilden maken, enzovoort. Daarnaast waren er verschillende sociale taken, zoals muziek maken, verhalen vertellen, oppassen, handelen, enzovoort. Ook waren er natuurlijk boeren, schapenhoeders, verzamelaars, jagers, strijders en leiders.

Het ‘Thing’

Het ‘Thing’ (afgeleid van de naam die de Vikingen eraan gaven) was een vergadering (rechtspraak) die één of twee keer per jaar gehouden werd. De jarl van een regio organiseerde het ‘Thing’. Iedere vrije man kon hier vrijuit spreken. Wanneer iemand een misdaad had gepleegd tegen jou, kon je hem daarop (luidkeels) aanklagen in het ‘Thing’, en dan werd hij berecht. Het kon er hard aan toegaan wanneer er zaken werden behandeld als moord of het stelen van iemands vrouw.

Trouwen en liefde

Trouwen gaat voor het grootste gedeelte als bij andere middeleeuwse volkeren. Ook bij de Vikingen had het meisje bijvoorbeeld een bruidsschat. Alleen verschilden de bruiloften bij de Vikingen behoorlijk van christelijke bruiloften, en was de vrouw zelfstandiger. Huwelijken werden in rijkere kringen, vooral gesloten om twee families met elkaar te verbinden, als een alliantie. Dat gebeurde meestal op het ‘Thing’. De man en vrouw in kwestie hadden hierover wel degelijk iets te zeggen. De meeste vaders huwelijkten hun dochter uit in overleg met de dochter zelf, en in sommige sagen wordt de woede van een vrouw beschreven wanneer zij tegen haar wil wordt uitgehuwelijkt. In sommige (wel zeldzame) gevallen, koos de vrouw haar eigen man. Weduwen waren vrij om zelf een tweede partner te kiezen. Huwelijken in de lagere kringen werden wel vaker uit “echte liefde” gesloten. Maar veel vaker was er sprake van liefde die zich ontwikkelde in een huwelijk door de jaren. De huwelijksceremonie duurt redelijk lang, het bestond meestal uit een offer van een dier aan een vruchtbaarheidsgod, het uitwisselen van zwaarden tussen de families, en het uitwisselen van ringen tussen de partners (zoals we vandaag de dag ook doen), een eed, en daarna een feest. Van de plek van de ceremonie naar de plek van het feest was er de “bride-running”. Waarschijnlijk was dit een race van alle aanwezigen naar de hall, en degenen die als laatste aankwamen moesten die avond serveren. Scheiden was erg gemakkelijk en werd veel gedaan. Handig, want zo kon je voorkomen dat een ongelukkig huwelijk ontaardde in haat en nieuwe vijandigheid tussen de families. Vrouwen en mannen konden beiden even gemakkelijk een scheiding aanvragen. De redenen voor scheidingen zijn redelijk gelijk aan de redenen voor scheidingen die we vandaag de dag kennen.

Skalds

De dichters, de Skalds, waren super belangrijk. Ze stonden vaak in dienst van een jarl of een koning, om hun heldendaden te vereeuwigen. Je had sagen en “kalevada”. Een sage was een vorm van proza, een “kalevada” was een echt gedicht of lied, met een vaste vorm en adempauzes op bepaalde plekken. Ze zijn dus niet hetzelfde, hierna worden beiden ‘gedicht’ genoemd om het wat makkelijker te maken. Geschiedenis en allerlei levenslessen uit die geschiedenis werden door skalds in een gedicht geschreven om over te geven op de volgende generatie. Daarom waren de skalds dus zo belangrijk. De Vikingen schreven, vooral in het begin, eigenlijk niets op maar vertelden het mondeling door. De skalds waren degenen die dat mogelijk maakten. De skald van een jarl werd vaak net zo hoog als de jarl behandeld, en de skald van een koning net zo hoog als de koning. De gedichten bevatten vaak enorm veel metaforen. Skalds hielden niet echt van normale woorden als “raaf” of “schip”.  Zo werd raaf “zwaan van bloed” genoemd, en een schip “zeehengst”.  Vaak speelden skalds ook op een instrument om zichzelf te begeleiden.

Magie: het domein van vrouwen

Magie was voor het gewone volk vaak iets engs, iets dat ontzag opriep. Magie werd over het algemeen niet beschouwd als iets slechts, maar het kon wel gevaarlijk zijn. Daarnaast werd magie ook als het domein van vrouwen beschouwd. De meeste vrouwen beoefenden wel een soort magie, al was het meestal maar een heel klein beetje. Er waren ook mannen die magie beoefenden, maar veel minder. Vaak werden mannen nogal raar aangekeken als ze magie beoefenden en konden ze daar zelfs voor worden gedood. Ze konden als pervers en vies worden gezien, omdat ze zich met niet mannelijke zaken bezighielden.

Er waren verschillende soorten magiërs, waarzeggers, enzovoorts, maar degenen die het hoogst stonden en het meeste aanzien hadden waren de völur (enkelvoud völva), de heksen. Vaak werkte een völva samen met de mindere magiërs, die haar hielpen bij de toverkunst. Völur beoefenden alle drie de vormen van magie: seidr (sjamaan-achtig, ook de kunst van verleiding), spa (betoveringen en spreuken) en galdr (waarzeggerij). Ze waren de professionelen en waren als meisje lang in de leer geweest bij een andere völva om het vak te leren. Ze wérden ook behandeld als professionelen en stonden zo hoog als de adel: als er een völva aan je deur stond, was het een goed idee om haar het beste vlees te geven en de beste slaapplaats. Ze waren machtige, wijze vrouwen en konden volgens de Vikingen ook de strijd beïnvloeden met hun magie. Ze droegen vaak een staf of ‘toverstok’ en men zei dat zelfs Odin soms naar een völva ging om raad te vragen.

Strijd

De Vikingen staan het meest bekend als strijders. Het zijn van een strijder was alleen geen echt beroep, elke strijder was eigenlijk een boer, een smid, een koopman, enzovoorts. Wanneer de regio in oorlog was, werd iedere vrije man opgeroepen om mee te vechten. Ze verlieten hun huizen en boerderijen met de wapens die ze hadden, zoals saxen en bijlen. Onder het kopje “Kleding van de Vikingen” worden de verschillende soorten wapens besproken en hebben we het over het pantser dat ze droegen.

Schildmuur en schildbroeders
In een typische Viking gevechtsformatie stond vooraan een schildmuur, met strijders met schild en bijl/zwaard. Niemand kwam daar zomaar doorheen. Daarachter stonden de speren en de Deense bijlen (dane axe) die met hun grote bereik aanvallers konden onderscheppen voordat ze de muur überhaupt bereikten. Een andere tactiek was die van schildbroeders. Een Viking met een schild en een Viking met een lang wapen vormen dan een paar. Ze beschermden elkaar en bleven de hele tijd vlak bij elkaar, de speerdrager achter het schild voor bescherming. Of ze omcirkelen met z’n tweeën een tegenstander die alleen was. Vrouwelijke strijders zijn een omstreden onderwerp. Er zijn strijdersgraven gevonden waar vrouwen in lagen en ook de sagen vertellen over schildmaagden. Het was echter niet gebruikelijk, de meeste vrouwen bleven thuis en beschermden huis en haard als hun man van huis was.